Het sterrenbeeld Eenhoorn bevindt zich ten zuiden van de hemelequator en is relatief onopvallend. De eenhoorn profiteert echter van de heldere baan van de Melkweg, die hem doorkruist. Dankzij de vele nevels en andere bijzondere objecten is de Eenhoorn een interessant object voor astronomen.
Vorm en positie:
De Eenhoorn bevindt zich ten oosten van de opvallende Orion en ten noorden van een heldere ster uit het sterrenbeeld Grote Hond. Het sterrenbeeld Eenhoorn bevat twee sterren met een grootte van klasse 4, maar ook interessante objecten uit de Melkweg. Zo is bijvoorbeeld het sterrencluster M50 een interessante bezienswaardigheid, net als de bekende Rosettennevel. De kop van de eenhoorn wordt gevormd door een driehoek. De gehele eenhoorn bestaat uit slechts het voorlijf en de voorpoten.
Rechte klimming: 5h 55m tot 8h 11m
Declinatie: -11 tot +11 graden
Helderste ster: Beta Monocerotis
Mythologie:
De Eenhoorn behoort niet tot de 48 klassieke sterrenbeelden en heeft daarom geen achterliggend verhaal waarin de goden hebben gevochten of gezegevierd. Het ontstaan van de Eenhoorn als sterrenbeeld is licht omstreden. Hij zou in het jaar 1612 op de hemelglobe van Petrus Plancius zijn omschreven. Andere verhalen vertellen dat de Eenhoorn al in het jaar 1564 door Heinrich Wilhelm Olbers en Ludwig Ideler benoemd is. Jacob Bartsch zou de eenhoorn in 1624 in zijn „Planisphaerium Stellaris“ opgenomen en als „Unicornus“ benoemd hebben. Daarbij zou hij een Bijbelse betekenis aan de Eenhoorn gegeven hebben.
Het beste zichtbaar in het jaargetijde: Winter
Naastgelegen sterrenbeelden: Kleine Hond, Grote Beer, Tweelingen, Orion, Wolf, Waterslang